Het is 1991. Mogadishu, de hoofdstad en meest bevolkte stad van Somalië wordt verscheurd door een burgeroorlog. Het personeel en de gezinnen van de Zuid-Koreaanse ambassade, geïsoleerd en zonder enige communicatie, moeten het hoofd bieden aan een hagel van kogels en granaten. Op een nacht klopt personeel van de Noord-Koreaanse ambassade op de deur en vraagt om hulp. De mensen van beide ambassades hebben één doel, ontsnappen uit Mogadishu.